Logopedie & afwijkende slikgewoonte
Normaal slikproces
Normaal vs afwijkende slikgedrag
Normaal slikken
Bij het normale slikproces speelt de tong in de eerste fase een belangrijke rol.
Tijdens het slikken vindt alleen de eerste fase bewust plaats.
Op je gehemelte voel je ribbels, de 'rugae palatinae' (afb 1. roze). Daar net achter de voortanden (afb 1. paars) is de plek waar de tongpunt hoort bij de start van de slik.
Bij de start zijn de wangkauwspieren aangespannen en beweegt de onderkaak zich naar de bovenkaak toe. De kiezen zijn dan op elkaar geplaatst en de lippen zijn gesloten. Weinig tongdruk op de voortanden, de tongdruk wordt opgevangen door het gehemelte die hierdoor de gewenste brede, vorm krijgt.
Grimas vorming tijdens de slik
Afwijkend slikken
Er is sprake van afwijkend slikken wanneer de punt van de tong niet op 'de plek' wordt geplaatst. (afb 1.) De punt van de tong wordt in zo'n situatie :
- tussen of tegen de voortanden worden geplaatst.
- Ook is het mogelijk dat een of beiden zijkanten van de tong zich tussen of tegen de kiezen plaatst.
De kauwspieren in de wangen zijn niet aangespannen en de onderkaak beweegt - niet naar de bovenkaak toe - maar naar achteren. Je ziet dat de lippen tijdens de slik op elkaar worden geperst. Dit noemen we de zgn. faciale grimas. De lippen willen als het ware de voorwaartse tongdruk opvangen. Bovenstaande filmpje geeft dit goed weer.
Bij afwijkend slikken wordt de tong in rust en tijdens het slikken op een andere plek geplaatst dan bij een normale slik. Meestal ervaar je zelf geen problemen, je voelt je niet beperkt. Het is vaak de tandarts of orthodontist die constateert dat er sprake is van afwijkend slikgedrag.
Het aanleren van een juiste slik is een van de behandeldoelen. Tijdens het slikken vindt alleen de eerste fase bewust plaats.
Bij Oro-Myofunctionele Therapie (OMFT) ligt daarom de nadruk op deze eerste fase - de mondholte fase.
Verschillende op maat gemaakte oefeningen helpen bij het aanleren van een juiste sliktechniek. Raadpleeg de logopedist voor meer informatie.
Rond het eerste levensjaar zal het slikken van de baby overgaan naar een normaal slikpatroon. Echter wanneer een kind (of volwassene) op latere leeftijd nog steeds slikt als een baby spreken we van een infantiele slikgewoonte.
Een verkeerde tongbeweging tijdens het slikken, met grote gevolgen. Tijdens het infantiel slikken duwt de tong niet tegen het gehemelte. Hierdoor groeit de bovenkaak onvoldoende in de breedte.
Bij kinderen is het bot sponzig en vervormbaar dit zal echter stoppen rond de leeftijd van 18. Belangrijk dat infantiel slikken voor die tijd wordt opgemerkt.
Door de voorwaartse tongbeweging :
1) groeit de bovenkaak onvoldoende in de breedte,
2) gaan tanden naar voren staan,
3) kan een kind gaan slissen,
4) kan een openbeet ontstaan,
5) is het lastiger de lippen in rust gesloten te houden.
6) en vergroot je daarbij de kans op mondademen,
7) kunnen spraakproblemen ontstaan -slissen